Dit artikel is gepubliceerd in het clubblad van Advendo Korpsen Sneek de ‘Fortissimo’ van oktober 2011.
Ruim 1800 stoelen. Meer dan de helft kun je niet eens zien door de rook die er hangt en het felle licht dat in je ogen schijnt. Drie avonden uitverkocht; de zaal was letterlijk tot aan het dak afgeladen. Het weekend van 1 en 2 oktober speelden we met Advendo in het Kultur- und kongresszentrum Luzern; een megagroot theater waarin het World band festival werd gehouden.
Zes korpsen waaronder Pasveer brachten drie keer hun show op het relatief grote podium. Zaterdagavond was de eerste voorstelling, de laatste twee volgden zondag middag en avond. En die laatste, die moest natuurlijk staan als een huis. Je wilt een goede indruk achterlaten en ook voor jezelf voelt dat het lekkerst.
Met enige spanning liepen we voor de laatste keer het podium op. Het eerste nummer verliep vlot. Maar toen ging het fout. Aan het begin van het tweede nummer, tijdens een snel slagwerkgedeelte, stond ik op mijn veter. Ik voelde de veter van mijn linker schoen uit de lus glijden en wist dat het menens was. Dit kon nog wel een rare show worden. En dat werd het.
Doordat ik zo gefocust was op die veter die triomfantelijk over het podium kronkelde en de daarbij mogelijke consequenties die het met zich bracht, was mijn aandacht voor de show compleet weggezonken. Iedere keer als we een moment stil stonden, bewoog ik mijn linker voet iets opzij om te controleren of mijn veter niet onder m’n rechter zat. Stel je voor dat ik met mijn gebit op de planken zou belanden. De zaal had misschien gegniffeld, maar ik kwam om muziek te maken en niet als circusartiest de clown uit te hangen.
Tijdens het volgende slagwerkstuk stond ik vooraan. Met het zweet op m’n rug –dat zo langzamerhand de weg naar mijn bilnaad had gevonden- stond ik te markeren. Niemand mocht iets merken van mijn losse rijgsnoer. ,,Had ik vroeger nou maar niet gefraudeerd tijdens het examen veterstrikken”, dacht ik nog. Mijn veterdiploma hangt namelijk al een jaar of vijftien onterecht aan de schoorsteenmantel.
Na een aantal maten markeren hield ik halt. Maar niet op dezelfde voet als de rest. Stond ik me dus mooi acht maten op de verkeerde voet uit te sloven. En ik maar denken dat niemand wat in de gaten had.
De rest van de show heb ik gelopen alsof iemand die zojuist zijn broek had vol gekakt. Met de benen iets uit elkaar banjerde ik over het hout om maar te zorgen dat ik niet op m’n veter ging staan. En dat lukte.
Na nog een aantal spannende momenten heb ik het podium uiteindelijk zonder kleerscheuren kunnen verlaten. En m’n veter? Daar gaat vanaf nu alleen nog maar een dubbele knoop in.
V.
Recente reacties