Dit artikel verscheen in het clubblad van Advendo Sneek de Fortissimo van december 2012.
In de geluidsstudio van Face Sound in Lemmer wordt even niets opgenomen. Joop van der Linden is druk bezig met de voorbereidingen van de cd-opnamen van Advendo. In het opnamehok van de studio staat een proefopstelling zoals de opnameapparatuur in het Advendo gebouw geplaatst moet worden. Joop laat niets aan het toeval over.
Het is donderdagmiddag 6 december als ik Joop in zijn studio aan de Nieuwedijk in Lemmer spreek. Hij woont met zijn vrouw in een riante bovenwoning van het pand dat dateert uit de achttiende eeuw. De ruimte onder zijn huis waren vroeger werkkamers. ,,En dat zijn het nu nog steeds”, lacht Joop.
Toen hij vroeger in een band speelde, vroeg een van de leden of ze niet onder Joops huis konden repeteren. Dat leek hem een goed idee en binnen de kortste keren maakten ze de kamers geluidsdicht en repeteerden ze met de gehele band, Joop was bassist, aan de Nieuwedijk. Joop: ,,En toen kwam iemand eens met een recordertje.” De rest is geschiedenis.
De studio bestaat uit twee ‘hokken’. De eerste is de regieruimte. Hier staat alle opnameapparatuur en Joop zit hier achter de knoppen en controleert hetgeen dat in het tweede hok gebeurt: de studio. Daar staan de microfoons en dus ook de bands (of koren) die (al dan niet zenuwachtig) hun partijen spelen of zingen.
Het eerste wat je ziet als je het studiopand via het keukentje binnenloopt, is een lijst met cd’s die Face Sound heeft opgenomen. Een complete rij is gereserveerd voor een club uit Sneek. Maar liefst zes cd’s van Advendo en twee singles (mini-album) van Jong Advendo zijn er te bewonderen. Binnen niet al te lange tijd wordt daar een zevende aan toegevoegd. En daar is Joop al geruime tijd mee bezig.
Al vanaf dinsdag is hij zijn apparatuur aan het testen. In de studio staat een proefstelling zoals alles ook in de oude bestuurskamer van het Advendo gebouw ingericht moet worden. Hij test of alle microfoons het doen, controleert of alle signalen in de computer binnenkomen en of er andere mankementen zijn die verholpen moeten worden. Aan de techniek mag het niet liggen.
Daarnaast is Joop al geruime tijd bezig met een microfoonplan. Van de instructieleden van Afslag Sneek en Advendo kreeg hij tekeningen van wie waar in de zaal zit. Op die manier kan hij rekening houden met welke microfoon hij waar neerzet. ,,Bij een trompettist die vlak voor een trombonist zit, moet ik niet een te gevoelige microfoon neerzetten. Anders pakt hij de geluiden van de trombone ook op.”
Daarnaast moet Joop bepalen welke soort microfoon bij welk instrument geplaatst moet worden. Het apparaat moet de pieken en dalen van de geluidssterkte van het instrument goed kunnen weergeven. ,,Die bassdrummers van jullie kunnen zo op die slavenschepen van vroeger werken”, lacht hij. ,,Die slaan zo verschrikkelijk hard, je wordt er bang van. Daar moet je geen gevoelige microfoon tegenover zetten; die slaat gelijk dicht.”
In totaal gaan er zo’n vijftig microfoons mee naar Sneek. Daar bovenop komen nog een aantal tassen met microfoonstandaards, ruim veertig koptelefoons, de benodigde opnameapparatuur en het grote mengpaneel.
,,Vrijdagmorgen om negen uur laden we alle spullen in en rijden we naar Sneek. Daar gaan we meteen de boel opbouwen, want vrijdagavond gaat Afslag Sneek z’n eerste nummers al opnemen.” Samen met zijn assistent Robert Wardenier moet alles in een paar uur geïnstalleerd en gereed zijn voor de opnamen.
Vanaf dan neemt Joop voor maar liefst acht dagen plaats achter de knoppen in de oude bestuurskamer van het Advendo gebouw. Uur aan uur zit hij samen met een aantal mensen van Advendo –klankregiseurs- kritisch te luisteren naar wat er in de Jan de Wreede-zaal gebeurt.
Hij let op hoe er gespeeld, of er tempo gehouden wordt, een goede sfeer in de muziek zit, maar ook hoe zijn apparatuur de gemaakte muziek weergeeft en opneemt. ,,Naast de gespeelde muziek moet ik natuurlijk goed op de techniek letten. Pikken alle microfoons het geluid op? Slaan ze niet dicht?”
Als iets dergelijks gebeurt –de techniek of het muzikale spel is niet goed- moet er afgeslagen worden. Dat is voor een opnameleider vaak een moeilijke keuze. ,,Soms hoor je aan het begin van een nummer al dat het er niet inzit. Je kunt dan afslaan en overnieuw beginnen.
Meer dan eens wordt er goed gespeeld, maar niet perfect. Je moet je dan afvragen of je de boel wilt afkappen, omdat je daarmee de flow eruit haalt. Mensen worden onzeker. Het belang van het afkappen en opnieuw spelen tegenover de flow van de muzikanten moet je keer op keer tegen elkaar afwegen.”
Volgens Joop is een goede sfeer één van de belangrijkste dingen bij het maken van een opname. ,,Je hebt er niets aan als muzikanten bevend op hun stoel zitten, te wachten tot ze kunnen beginnen.”
Daarom maakt hij tijdens de opnamen en in de pauzes ook grappen en ziet hij van veel dingen de humor wel in. ,,Na afloop komen dan mensen naar me toe en zeggen ‘Zo, dat ging wel makkelijk vanavond, hé’. Dat is alleen maar de buitenkant. Ondertussen wordt er keihard gevochten om het beste eruit te halen.”
Áls er afgeslagen wordt, wordt er naast een kritische noot ook altijd opbouwende kritiek gegeven. Iets waar het korps mee verder kan. ,,Op die manier blijft het korps gemotiveerd. En dat het dan nog een keer over moet, het zij zo. Muzikanten van Advendo zijn doorbijters, heb ik in de afgelopen jaren wel geleerd.”
Als al het materiaal is opgenomen, krijgen Marc en Richard alle files mee naar huis. Zij gaan thuis de beste stukjes van alle takes van een nummer samenvoegen tot een geheel nummer. ,,Dat is anders dan we voorheen deden. Toen deden we alles hier in de studio. Dit idee komt van Theo Brens van de Blauhúster Dakkapel.”
Om kosten te besparen deed Theo deze werkzaamheden voor de nieuwe cd van de Blauhúster Dakkapel (Ouwejongens krentebroad, red.) ook thuis. Voorheen gebeurde dit altijd in de studio, omdat daar de benodigde software aanwezig was. Dat hebben Marc en Richard nu zelf. ,,Het grote voordeel is dat zij als dirigenten precies weten wat ze willen. Daarnaast kunnen ze het nu in alle rust in hun eigen omgeving doen.”
Een bijkomend voordeel is dat op het moment dat de solo’s in de studio moeten worden ingespeeld, de solist een compleet nummer op zijn koptelefoon krijgt te horen.
,,Sommige nummers waren bijvoorbeeld in zes stukken opgenomen. Als zo’n knip precies in een solo viel, moest de solo dus ook in stukken worden opgenomen. Dat was alleen maar lastig.”
Als alles in het Advendo gebouw is opgenomen en de nummers tot een geheel zijn gemaakt, wordt er een zaterdag gepland om de ontbrekende solo’s in te laten spelen door de solisten. Als ook dat klaar is, gaat Joop samen met Marc en Richard de studio in om te mixen.
Dit is niets anders dan het fine-tunen van de gespeelde muziek. Een compressor om een trompet net iets meer kracht bij te zetten. Een extra galm om de juiste sfeer te creëren. Het zijn de kleine dingen die het nummer afmaken. ,,En dat is dan ook het enige wat je eraan kunt doen. Daarom moet de muziek zo mooi mogelijk opgenomen worden. Ik bedoel, een drol kun je wel oppoetsen. Maar het blijft een drol.”
Een van de belangrijkste dingen van het mixen is de panoramaplaatsing. Dit bepaald waar je een muziekinstrument hoort. ,,Je hoort wel eens een bekkenslag van je linkerkoptelefoon naar de rechter gaan. Dat is met panoramaplaatsing gemaakt.”
Het kan zijn dat sommige partijen met elkaar wringen als ze dicht bij elkaar spelen, terwijl als ze uit elkaar in het collectief prachtig klinken. ,,Neem bijvoorbeeld een shaker en een high-hat. Als je beide aan de zelfde kant laat spelen, zul je misschien denken: ‘wat een onrustige high-hat’, omdat ze beide ongeveer dezelfde klank hebben. Haal je ze uit elkaar en smeer je ze uit over het collectief, dan kun je het onderscheid tussen beide maken en het klinkt het meteen goed.”
Voordat de cd wordt opgenomen, als de nummers er net een beetje in zitten, komt Joop ook al eens kijken bij een van de repetities. ,,Dan hoor je dat de jongens (Marc en Richard) al zoveel ervaring hebben met het opnemen van een cd, dat ze er zelfs naar componeren.”
Als ook het mixen klaar is, moet er als laatst gemasterd worden. De nummers komen op volgorde te staan, de titels worden ingevoerd (zodat je ze later kunt zien op het schermpje van je auto-radio), ieder nummer krijgt een eigen ISCC-code mee en de muziek wordt een Redbook-compatible gemaakt. Dat is het standaard formaat voor alle cd’s.
Dan is de cd klaar en wordt hij bij Sony in Oostenrijk geproduceerd.
,,Al met al een grote klus”, zegt Joop. ,,In totaal ben ik zo’n twee volle weken met de cd bezig, en dat is behoorlijk intensief. Maar het is ook mooi om met Advendo aan het werk te zijn. Met de discipline van Advendo maakte ik 28 jaar geleden al kennis en die is onveranderd gebleven.”
Joop heeft er zin in en verwacht dat er een topproduct in de maak is. ,,Als alle neuzen maar de zelfde richting in staan. Ik zeg wel eens: ‘mijn vak is 10% techniek en 90% mensenkennis. Zie de humor ervan in, zie het licht. Dan wordt het prachtig.”
V.
Recente reacties