Tag Archives: Sneeker Nieuwsblad

Zwarte vingers

‘Redactie’ staat er met grote letters boven de deur die toegang verschaft aan de redactie van de Leeuwarder Courant. Een hele verdieping met journalisten, fotografen, vormgevers en technici die iedere dag een krant maken. Ik maakte daar een klein half jaar deel van uit.

Als eindstage van mijn studie Journalistiek en Fotografie liep ik achttien weken stage op de redactie van de Leeuwarder Courant. Eerst zes weken op regioredactie Zuid, toen drie weken op de binnenlandredactie om daarna te eindigen met negen weken regioredactie Noord.

Een van de dingen die me als eerst opviel, was dat op veel deuren zwarte vegen zaten. Zwarte vegen van de inkt op vingers die kranten maken. Kranten lezen en kranten vreten. Vingers van mensen die inkt in het bloed hebben. Inkt als bloed hebben.

Ik schreef over van alles. Als het met maar met de provincie Friesland te maken had. Van een sauna op twaalf meter hoogte tot een baristawedstrijd en van kapotte walbeschoeiing tot de kaartverkoop van plaatselijke ijsbanen.

Want ijsbanen, die waren er genoeg tijdens mijn stageperiode. Met z’n allen hoopten we op een Elfstedentocht. Er werd vergaderd, plannen gesmeed en voorbereid. We waren er klaar voor, alleen de Elfstedentocht zelf liet het afweten.

Mijn stageperiode was qua landelijk nieuws sowieso turbulent. Ik noem Prins Friso en de lawine, het kabinet en het Catshuis en de bezuinigingsmaatregelen.

Een maal schreef ik een stuk voor de voorpagina. Samen met een fotograaf ging naar Hindeloopen waar het kruiende ijs het  vaste land op kwam. Tijdens het wachten op beter weer –het regende pijpenstelen- dronken we een kopje koffie in een plaatselijk cafeetje. Daar zat een man die het ijs de wal op had zien schuiven. Hij liet z’n hond Quint uit en schrok zich een hoedje door het ijzige gekraak.

Ik moest wennen aan het schrijven voor de Leeuwarder Courant. Tijdens mijn vorige stage bij het Sneeker Nieuwsblad was ik gewend om twee kranten per week te maken. Nu maakten we er zes. Ik moest wennen aan iedere dag een deadline.

Ook het fotograferen was pittig. Ik wilde leren een goed portret te maken. Dat wil zeggen: op de foto moet duidelijk zijn waarom hij of zij op de foto staat. Samen met de aanwezige fotografen en een stagiair heb ik veel geleerd over de camera, compositie en nabewerking.

Na achttien weken voelde ik me net een beetje op me gemak . Maar toen lonkte het einde van mijn stage alweer. Zoals dat altijd gaat. Achttien weken op het hoofdkwartier van de Leeuwarder Courant waar tientallen mensen met veel humor en passie werken aan iedere dag weer een mooie krant.

Na mijn stageperiode valt nog steeds iedere dag de krant op de mat. Een krant die ik nu met een heel ander gevoel lees. Een krant waarvan ik weet hoeveel zwarte vingers het kost om hem te maken.

Ik ben trots dat ik voor de Leeuwarder Courant mocht schrijven en fotograferen, en dat ook mag blijven doen. De zomerperiode blijf ik een rubriek van de economieredactie verzorgen.

V.

Te klein en te vroeg

Met een duf hoofd kom ik ’s middags beneden. Ik heb vakantie dus ik heb tot laat uitgeslapen. Mijn vader is al beneden en roept dat het Sneeker Nieuwsblad er is. Zoals hij wel vaker roept. Een beetje onwennig pak ik hem van de tafel. Normaal komt de krant altijd op donderdag. Vanaf het nieuwe jaar ligt het huis-aan-huisblad op woensdag al op de mat.

Dit is niet de enige verandering die is doorgevoerd. Het tweede en misschien wel het belangrijkste wat veranderd is, is dat het Sneeker Nieuwsblad voortaan op tabloidformaat verschijnt. Gevolg: een advertentieblad met een aantal verhalen.

Ruim een jaar geleden liep ik stage bij ‘de Sneeker’. Ik schreef artikelen voor de maandagkrant –een abonnementsuitgave die op tabloid verscheen- en voor de donderdageditie die op donderdag werd verspreid. Die maandagkrant was een bijzondere.

In de maandagkrant stond veel sportnieuws omdat hij vlak na het weekend uitkwam. Veel sport dat in het weekend had plaatsgevonden kon in de maandagkrant worden meegenomen. Ook mooie rubrieken zoals De Klasse waarin schoolklassen uit het verspreidingsgebied van de krant zich voorstelde en de Jukebox waarin mensen uit het nieuws hun muzikale voorkeur motiveerde.

Deze uitgave werd begin vorig jaar stopgezet. Door te weinig abonnees was het krantje niet meer rendabel.

De donderdagkrant vond ik altijd het mooist. Het was een mix van feitelijke nieuwsberichten en een aantal prachtige verhalen waar iedere week veel werk ingestoken werd. Een krant dat veel weg had van een tijdschrift. Echter, verhouding tussen redactiewerk en advertenties zijn veranderd.

Ik schrik van het ‘nieuwe’ Sneeker Nieuwsblad dat ik voor het eerst in mijn hand houd. Het krantje puilt uit van de reclame uitingen van plaatselijke meubelboeren en groenteboulevards. De kleuren doen pijn aan mijn ogen door de overdreven opmaak. Er is zelfs een pagina toegevoegd met informatie die totaal niets met de regio Sudwest Fryslan te maken heeft. Ik citeer ,,Frozen planet adembenement”, ,,Rauwheid en humor in ‘Seinpost Den Haag’” en ,,Grootste kampeerbeurs in teken design”.  Het betreft hier de pagina Lezersacties.

Te zien is dat de redactie van het Sneeker Nieuwsblad haar best doet om zich te onderscheiden van de andere weekbladtitels. Waarvoor een grote pluim. Het grote verhaal/interview, ook wel ‘special’ genoemd is gebleven -zij het in enkelfout in plaats van twee- en ook rubrieken als De Klasse en ‘Su het ut weest’ zijn gebleven. Zij het allemaal kleiner.

Het Sneeker Nieuwsblad dat ik in mijn hand houd is niet het Sneeker Nieuwsblad waar ik vorig jaar vol trots en een beetje onzekerheid mijn verhalen en foto’s in publiceerde. Het is niet de krant waar ik veel gevoel bij had. Niet meer die simpele opmaak. Niet meer een opmaak die de redactie voor een deel zelf kan bepalen. Niet meer dat grote broadsheet-formaat waarvan als je een artikel op de onderste helft van de pagina leest, de bovenste helft omkukelt. Het Sneeker Nieuwsblad is bijna niet meer van Sneek. Bijna. Ik hoop dat dat laatste stukje goed bewaakt wordt en blijft.

V.

De wereld verjaart

2011. Sneeker Nieuwsblad. Bril. Breetcasting. Londen. Pinkpop. Vakantie. Sneekweek. Weblog. Rijbewijs. Interviews. Fortissimo. Oren. Schoolexamens. Útlopers. Kampioenschappen.  Bevrijdingsfestival. Advendo. Oom in spé.

Tot volgend jaar.

V.

Tinniwattus?!

Tinnitus Aurium is Latijns voor ‘gerinkel in de oren’. Deze aandoening wordt vaak afgekort als Tinnitus of Oorsuizen. Al een jaar of zes heb ik last van dit fenomeen. Al die tijd heb ik geen stilte meer ervaren. Zodra er geen omgevingsgeluid is hoor ik zachtjes een ruisende piep door mijn oren schallen. Knap lastig, maar daar is niets meer aan te doen.

Onlangs ben ik hiervoor naar de Keel-, Neus- en Oorarts (KNO-arts) geweest. Met mijn keel en neus is niets aan de hand, met mijn oren dus des te meer. Ik ruik nog goed wat ik in mijn keel stop, ik hoor het alleen niet zo goed meer; dat idee.

Allereerst moest ik een gehoortest ondergaan. Deze werd afgenomen in een geluidsdichte cel. Ik kreeg een koptelefoon op en een knopje in m’n hand. Alsof ik in een spelshow zat. Als ik een piepje hoorde moest ik op het knopje drukken. Na de piepjestest werden er woordjes laten horen. Ik moest deze woordjes nazeggen. Vuur, feit, kooi; allerhande woorden passeerden de revue. ,,Doos”, klonk het in mijn koptelefoon. Vol overtuiging riep ik het naar de verpleegkundige.

De resultaten waren goed; mijn linker oor was perfect en in mijn rechter oor mistte ik de hoge tonen. Geen verrassing. Na de hoortest mocht ik plaatsnemen in de wachtkamer. Ik las een interessante column van Sara Kroos. Het ging over tuincentra en geslachtsziekten, of iets dergelijks. Zo’n onderwerp waarbij je hele andere ideeën krijgt bij ‘Eigen huis en tuin’. Bijkomende van deze column hoorde ik mijn naam in de wachtkamer. Ik sloot de Viva, legde hem terug bij de Quest en de Panorama en ging naar de Arts.

Hij keek in mijn oren en kon geen afwijkingen vinden. Het is een beginnende gehoorschade die opgelopen is door te hard geluid. Geen verrassing omdat ik vier keer in de week, soms vaker, musiceer. Hij adviseerde me goed door te gaan met beschermen en in november nog een gehoortest te laten doen. Mocht mijn gehoor dan verslechtert zijn ten opzichte van de eerste test, dan is het verstandig mijn muzikale activiteiten te overwegen.  De slogan ,,Wat leuk om te horen” van Schoonenberg Hoorcomfort ging bij mij even niet op.

Tijdens mijn stageperiode bij het Sneeker Nieuwsblad schreef ik een verhaal over mezelf en mijn Tinnitus. Ik ben in dat geval omgedoopt tot Meindert de Vries. Ik geef toe: het artikel heeft formaatje tijdschrift en niet weblog maar ik wilde hem jullie niet onthouden.

Voor ik het vergeet: ik zou het leuk vinden om eens wat van jullie te horen als reactie onder de artikelen.

V.

Sneker muzikant: ,,Wees zuinig op je porseleinen vaasjes”

Blijvende gehoorschade als tinnitus (constante piep- of fluittonen in de oren), hyperacusis (overgevoeligheid voor geluid) of gehoorverlies bij jongeren wordt onderschat. Het rappe tempo waarmee deze aandoeningen opgelopen kunnen worden wordt vaak niet ingezien. Audicien Wiebo Kooi, drumdocent Hendrik Dullemans, John Schut van Poppodium het Bolwerk en muzikant Meindert de Vries uit Sneek vertellen over de ernst van dit probleem die in sommige gevallen zelfs leidt tot depressies of zelfmoord.

Vincent Schutte

SNEEK Bij het eten wordt het bestek voorzichtig op het stenen bord gelegd. De vaatwasser uitruimen is een secuur klusje; ieder schoteltje wordt uit het apparaat gehaald en voorzichtig in de kast gestapeld om het geluid van het elkaar rakende steen te voorkomen. Voor het slapen gaan gaat de radio aan om de stilte te vermijden en in slaap te vallen. Mensen met een aandoening aan hun oren, zoals tinnitus of hyperacusis passen in hun dagelijks leven veel aan om harde en indringende geluiden te voorkomen.

Zo ook Meindert de Vries uit Sneek. Hij kan zich het fenomeen stilte nauwelijks meer voorstellen. Mede door zijn liefde voor de muziek kampt hij al jaren met hevige piepgeluiden in zijn oren. Dat gaat wel over, dacht hij. Al van kinds af aan musiceert hij in een drumband. Daarbij opgeteld de bezoekjes aan de disco en menig concert hebben zijn oren geen goed gedaan. ,,De piep in mijn oren gaat altijd met me mee. Ik ga er mee slapen en het eerste wat ik ’s ochtends hoor is die piep. Normaal een boek lezen is er niet meer bij.”

Naar schatting lijdt ruim drie procent van de volwassenen in Nederland aan constante tinnitus (ook wel oorsuizen genoemd). Het risico op een dergelijke gehoorbeschadiging wordt vaak onderschat. Dat komt Volgens Wiebo Kooi, audicien en regio-manager van Schoonenberg Hoorcomfort regio Friesland door dat de gevolgen van een dergelijke gehoorbeschadiging niet meteen waarneembaar zijn.

,,Mensen denken vaak dat de piep die ze horen na een bezoek aan de discotheek wel weer weg gaat. Alleen het feit dat je die suis hoort, betekent al dat de trilhaartjes in het oor beschadigd zijn. Deze beschadigingen stapelen zich alsmaar op wat na een aantal jaren kan resulteren in tinnitus, hyperacusis of gehoorverlies. Daarnaast wordt vaak gedacht dat gehoorproblemen alleen bij oudere mensen voorkomt. Dat is een misvatting.”

Een gehoorbeschadiging is sneller opgelopen dan gedacht. Gemiddeld kan een mens acht uur naar 80 decibel luisteren zonder dat het schadelijk is. Dat staat gelijk aan een autoweg. Per drie decibel die daarbij komt, wordt de tijd die er in vertoefd mag worden gehalveerd; 83 decibel is dus na vier uren al schadelijk. Een grasmaaier produceert gemiddeld negentig decibel en is na een uurtje al schadelijk. Een popconcert levert ongeveer 110 decibel op en brengt na enkel twee minuten al ernstige schade toe aan het gehoor.

Hendrik Dullemans (42), drumdocent aan het Centrum voor de Kunsten en Ritmyk, draagt zelf altijd oordoppen tijdens het drummen en raadt het zijn leerlingen ook aan. ,,Bij nieuwe leerlingen vertel ik altijd dat we tijdens het drummen veel geluid gaan produceren en dat het verstandig is om geluidsbescherming te dragen.” Dullemans speelt al vanaf jonge leeftijd in verschillende bandjes. Vanaf zijn vijftiende draagt hij oordoppen. ,,Mijn vader bracht mij altijd naar de bandrepetities en haalde me ook weer op. Een keer kwam hij in het repetitiehok en verbaasde zich over het harde geluid. In de auto op weg naar huis adviseerde hij mij meteen oordoppen. Dit advies heb ik ter harte genomen; met succes. Twee jaar geleden liet ik een hoortest doen en mijn oren waren nog helemaal in orde”, zegt hij.

Dit is precies de manier waarop het hoort, vindt Kooi. Voorkomen is beter dan genezen, helemaal als het om gehoorschade gaat. Dit is namelijk definitief en nooit meer te herstellen. ,,Er komen steeds meer mensen, ouderen en jongeren, naar de winkel om iets aan hun gehoor te doen. Maar dit komt denk ik niet omdat de mensen bewuster worden maar in de eerste plaats omdat wij als Schoonenberg, maar ook onze concurrenten, steeds meer reclame maken en open staan om mensen met gehoorproblemen binnen te halen. Dit prikkelt meestal vooral de mensen rondom degene die last heeft. We zien vaak dat mensen niet uit zichzelf komen maar worden aangespoord door hun familie of vrienden. Bij de mensen die last hebben, is het kwaad meestal al geschied. Gehoorproblemen, die door te hard geluid zijn veroorzaakt, zijn definitief en gaan nooit meer over. Het beste wat je kunt doen is erger voorkomen en geluidspreventie dragen.”

Op het gebied van gehoorbescherming is er veel mogelijk. De standaard oordoppen –te verkrijgen bij de drogisterij- bannen vaak al het geluid uit. Hierdoor is het voeren van een gesprek moeilijk. Voor iets meer geld zijn er de universele oordoppen met filter. Dit filter houdt geluiden tot een bepaalde sterkte buiten het oor. Als laatste zijn er nog de op maat gemaakte oordoppen. Deze passen precies in het oor. Het filter dat erin zit, laat geluid tot tachtig decibel door. De doppen sluiten het hele oor af en zijn daarom het meest effectief. Dullemans zweert erbij. ,,De op maat gemaakte doppen zijn perfect. Ze laten voldoende geluid door om te kunnen musiceren én te praten. Zo kan ik tussen het drummen door aanwijzingen geven. Eén reden om de bescherming niet te dragen is er dus eigenlijk niet.” Ook Poppodium Het Bolwerk in Sneek is zich bewust van de invloed van hard geluid op het gehoor en heeft met de verbouwing van de poptempel in 2010 serieus werk gemaakt van deze problematiek. Zo hangt er een decibelmeter in de zaal zodat bezoekers kunnen zien hoe hoog de waarde is. ,,Bij metal-concerten ligt de waarde tussen de 95 en de 98 decibel. Bij reguliere concerten, denk aan blues, hangt de meter rond de 92 decibel”, weet manager van Het Bolwerk John Schut.

Verder is het geluid aangepast, de zogenaamde Public Adress (PA). Het geluid is daardoor beter uitgebalanceerd; de storende tonen worden gefilterd. ,,Wij delen de bands mee wat onze waarden qua geluidsniveau zijn. Er mag en kan niet harder dan dat gedraaid worden. Vindt het publiek het nog te luid, dan zijn er bij de garderobe oordopjes te verkrijgen”, gaat hij verder.

,,Tinnitus is geen levensbedreigende ziekte; je kunt er 100 mee worden. Je moet er alleen mee leren leven”, is een veel gehoorde uitspraak over de aandoening. Dat laatste is volgens De Vries erg belangrijk. ,,Tinnitus brengt erg veel sociale problemen met zich mee. Je voelt je onbegrepen door je omgeving en het kan je in bepaalde mate sterk beperken in je sociale- en dagelijkse leven. Ik besluit bijvoorbeeld om vaker niet mee te gaan naar een feestje of een uitje om het harde geluid te ontlopen. Schreeuwende kinderen op een schoolplein zijn een verschrikking en een voorbij rijdende ambulance met loeiende sirenes gaat door merg en been. Echter, aan de buitenkant valt niet te zien dat ik last van mijn oren heb. Zodra zich zo’n situatie voordoet, wordt dit door mijn omgeving vaak afgedaan met aanstellerij. Tegelijkertijd ook wel weer begrijpelijk; het is niet voor te stellen hoe het is om zo gevoelig te zijn voor geluid”, beseft De Vries.

Ook Kooi beaamt dat. ,,Het gevaar is dat mensen die last van hun oren hebben geïsoleerd raken. Op een gegeven moment zitten ze alleen nog thuis omdat ze daar het omgevingsgeluid kunnen aanpassen op het niveau dat voor hen het prettigst is. De tinnitus is in dit geval de mens dus de baas. Door gehoorbescherming te dragen is het denk ik toch mogelijk om normaal aan het sociale leven deel te nemen. Het is dus de kunst om de tinnitus te accepteren en het geluid te verbannen om het oorsuizen de baas te worden.”

In sommige gevallen kan tinnitus en hyperacusis leiden tot arbeidongeschiktheid. Een baan bij de politie of in het leger wordt voor iemand met soortgelijke gehooraandoeningen door het harde geluid van bijvoorbeeld het schieten onmogelijk. Een kinderdagverblijf vol huilende en schreeuwende kinderen is voor iemand met oorletsel ook geen pretje.

Soms loopt het verkeerd af. Sommige mensen kunnen niet leven met het feit dat het geluid in hun hoofd nooit meer zal verdwijnen. De blijvende piep in de oren kan een dermate gevoel van onmacht en depressie geven dat het in extreme gevallen zelfs leidt tot zelfmoord. Zover moet het natuurlijk niet komen, stelt Kooi.

,,Medisch is er niet veel te doen aan oorsuizen. Des te meer is het een psychische kwestie. Het geluid is pas hinderlijk als er aandacht aan gegeven wordt. Daarom is het belangrijk om afleiding te zoeken en om te zorgen voor achtergrondklanken om het oorsuizen te maskeren. Ook is belangrijk dat je goed slaapt en stress situaties voorkomt.”De Vries: ,,Tinnitus is eigenlijk een rooksignaal van het lichaam. Wordt de piep heviger, dan betekent dat dat ik niet goed bezig ben en dus iets moet veranderen. Bijvoorbeeld betere bescherming dragen of meer rust nemen na luidruchtige aangelegenheden.”

Tot op heden zijn er zo goed als geen mogelijkheden op het genezen van tinnitus; de wetenschap bijt zich stuk op het fenomeen. Reden genoeg om met zorg om te gaan met het gehoororgaan, vindt de Vries. ,,Je oren zijn als twee dure porseleinen vaasjes. Breken ze, dan zijn ze nooit meer repareren.”

De naam Meindert de Vries is gefingeerd.

Get Adobe Flash player